Jan Kruysen Zelfportret
Prijs: Op aanvraag |
Schilder: Kruysen, Jan |
Afmetingen: 68 x 58, inclusief fraaie lijst, in zeer goede staat |
Signatuur: rechtsboven, gedateerd met 1933 |
Techniek: Olieverf op board |
Beschrijving
Jan Kruysen ontwikkelde zich al vroeg in de portretkunst. Hij maakte veel portretten. Zowel van anderen, als van zichzelf. In dit portret uit 1933 -vijf jaar voor zijn overlijden- zien we alle aspecten van zijn karakteristieke persoonlijkheid.
Door zijn snor en sik zien we zijn extravagantie. Door zijn mimiek en strikje zijn eigen-, en fijnzinnigheid. Door zijn ogen zijn zachtheid en gevoeligheid. Door zijn voorhoofd en hele gezicht zijn intelligentie. Door zijn kraak witte boord en hemd zijn zelfbewustzijn. Door zijn haren zijn zwier. En door dat alles, door de gestalte die door alle vormen en blauwe kleuren heen schijnt, zijn groot geloof. Zo ziet Jan Kruysen, de grote meester van de Brabantse schilders, ons bijna een eeuw later, vanuit een blauwe hemel aan.
Biografie
Jan Kruysen (1874 – 1938) was een fantastische persoonlijkheid. Gekleed met een grote zwierige hoed, wambuis, kuitbroek en schoenen met gespen en een wijde cape, behoorde Jan Kruysen met zijn markante kop, met snor en puntbaardje, gedurende vele jaren bij het dorpsbeeld van Oirschot.
Jan Kruysen werd geboren in het Brabantse Liempde, vlakbij Boxtel waar hij in 1897 voor de eerste keer trouwde en wel met Barbara van Dijk die hem zestien kinderen zou schenken, waarvan er overigens veel vroegtijdig stierven. Belangrijk in zijn leven waren verder Heeze, waar hij jaren deel uitmaakte van de schildergroep ‘de Kempen’ en Weert. In Valkenburg ontmoette hij de mecenas Henri Wijsbek, met wie hij ook bevriend raakte.Later zwierf hij onder meer door Duitsland, waar hij in Silezië de officiersweduwe Maria Menzel leerde kennen met wie hij in 1924 in Oirschot trouwde. Jan Kruysen overleed als inwoner van Oirschot in 1938 in het St. Josephziekenhuis in Eindhoven op 64-jarige leeftijd.