Maurice De Vlaminck: van fauvisme naar expressionisme van het landschap

Samenvatting

Maurice de Vlaminck (1876 – 1958) onderging Van Gogh’s invloed door diens colorisme met een dramatisch concept van het landschap. De Vlaminck pikte in de eerste fase van zijn kunstenaarsleven dat colorisme vanuit een fauvistische benadering op en werkte het in duizelingwekkende kleurharmonieën verder uit. Hij was echter niet tevreden met de fauvistische manier van zelfexpressie en zocht verwoed naar mogelijkheden tot verdieping. Met Cézanne’s invloed als stepstone ontwikkelde hij een geheel eigen ‘abstracte lyriek’ of ‘expressionisme van het landschap’. Het accent valt niet meer op perspectief door zelfstandige, felle en contrastrijke kleuren en vlakverdelingen, maar op de dramatische verbeelding van een onheilspellende landschappelijke natuur. Daarmee doen nieuwe motieven hun intrede zoals snelheid, angst, geweld, dromen. Toch is dit zeker geen grote breuk met zijn fauvistisch verleden. Het thema, de dramatische expressie van het landschap bleef behouden, en werd op uiterst persoonlijke wijze verdiept en versterkt.

Persoon en werk 

Bekend is De Vlaminck’s uitgesproken persoon, zijn karaktereigenschappen en gedrag. Hij was niet alleen schilder, maar ook bokser, anarchist, dichter, violist, romanschrijver, en wat niet meer? Opvallend onverschrokken gedrag met soms een hard en vernietigend oordeel over anderen. Pablo Picasso en Paul Gauguin bijvoorbeeld werden de prooi van zijn vernietigende kritiek.

Met zijn stormachtige kunst is het niet anders. Die was de daad waarmee hij in opstand kwam tegen het lot. Rebellie de manier om eraan te ontsnappen, zijn weg naar geluk. Een pijnlijke behoefte om, met een element van blinde woede, te protesteren tegen wat hij beschouwde als de vloek van een huichelachtige wereld. Hij ontvluchtte de stedelijke omgeving en verhuisde naar naar het buitengebied, dicht bij de natuur.

Invloed van Van Gogh

De Vlaminck maakte op instigatie van zijn vriend André Derain in 1901 in Parijs kennis met het werk van Van Gogh tijdens de retrospectief tentoonstelling in Galeries Bernheim Jeune. Hij was meteen diep geraakt en verklaarde: “Ik houd meer van Van Gogh dan van mijn eigen vader!”. De Vlaminck was verkocht door Van Gogh’s landschappen met minimale visuele descripties van objecten, bomen, huizen, wolken; dat alles gehuld in een abstracte eenvoud met felle ongemengde kleuren, veel beweging, verfijnde vlakverdelingen, kleurwervelingen en lange kronkelende lijnen. Die schijnbare tegenstelling tussen wat we gewoonlijk als ‘vreugdevolle kleuren’ ervaren en het tragisch lot van de mens- het zou ook een van de meest opvallende kenmerken van De Vlaminck’ schilderkunst worden.

Maurice De Vlaminck. staat naast zijn zelfportret (1911)

Fauvisme, kleur en landschap 
We weten dat het meest voor de hand liggende kenmerk van Fauvistisch schilderij het gebruik van pure en heldere kleuren is. Door een revolutie in het ‘fauvistisch’ (‘dierlijk’) kleurgebruik teweeg te brengen bracht De Vlaminck, in het spoor van zijn grote voorganger, de gegoede burgerij aan het wankelen. Fauvisten die alles lieten branden, ja, bijna ontploffen en van vreugde schreeuwen in een zomers fornuis. Leven dus, dat zichzelf door kleur onvoorwaardelijk uitlevert aan warmte en licht.

Opvallend is zeker niet alleen gewelddadige kleurexpressie, maar toch vooral een nieuw concept dat recht doet aan een modernistisch, ‘abstract’ idee van het landschap. De kern is het bevrijden door kleur van elke onderwerping aan ‘het volume’ van de de dingen, die we vanzelfsprekend in drie dimensies waarnemen. Een stap voorwaarts dus in die zin dat kleur, niet langer onderworpen aan de vaste vorm en inhoud van de afzonderlijke dingen, een subjectieve overweging werd met grote gevolgen voor het beeld van het  landschap. Dat fauvisme paste naadloos bij de rebelse geest van De Vlaminck. Hier kon zijn kunstenaarschap het werk doen. Stappen vooruit maken door zijn meesterschap dus, dat ondanks al die rebellie toch een perfect evenwicht wist te bewaren tussen een realistische opvatting van de structuur van wat hij zag én de bonte, oogverblindende fauvistische kleurenroes die dat landschap in kleurvormen deed opgaan. En dat alles dus zo goed als zonder de gebruikelijke “wetten” van het perspectief.

Overgang naar een nieuw concept van het landschap
En toch was De Vlaminck niet tevreden met deze nieuwe manier om zichzelf uit te drukken. Hij was er zich van bewust dat deze schilderijen zijn persoonlijkheid onvolledig onthulden. Wat te doen met zijn smaak voor de realiteit van geweld en vervreemding? Wat met zijn passie voor snelheid? Hoe zijn zintuig voor de realiteit van de angst te benutten? Hoe kon hij recht doen aan zucht naar licht en schaduw, en vooral naar donkere tinten, daar waar hij dat ooit met kleur had gedaan? Door die persoonlijke worsteling van zijn kunstenaarschap kreeg geleidelijk vorm wat zijn eigen ‘De Vlaminck-stijl’ werd genoemd, vooral gebruikt om te verwijzen naar het werk dat hij in zijn laatste periode maakte.

De Vlaminck reserveert dus niet langer een plaats voor gonzende kleurenharmonieën met sterk eigen picturale kwaliteiten. Geleidelijk verschijnen -onder invloed van het werk van Cézanne als ‘stepstone’- non descriptieve landschappen. Zo maakt hij bijvoorbeeld de onveranderlijke, ondoordringbare macht van de natuur zichtbaar door een met veel snelheid voortijlende weg midden in een ‘leegte’, in een ‘verloren’ landschap. En verder toont hij brute natuur in hermetisch gesloten huizen, gloeiend als kolen, en ingesloten door weerzinwekkende, absurde sneeuw. Alles ‘naakt’, gewelddadig en door de kracht van zijn verbeelding ‘geïsoleerd’, zonder verbinding. De natuur is in regelrechte oorlog met zichzelf en met het menselijke bestaan. Natuur en mens zijn, in één omvattend ‘landschappelijk’ beeld, huiveringwekkend aan elkaar overgeleverd…

Kortom, De Vlaminck gaat de confrontatie aan met de meest mysterieuze, maar ook meest gevreesde expressieve kracht van de eenzaamheid. Hij zegt: “Solitude is one of the greatest truths in the world and one of those we fear most.” In zijn latere schilderijen waait dus  eenzaamheid door het benauwend omhulsel van ‘abstracte lyriek’: een donkere hemel met verzegelde, onbewoonbare huizen, ontheemde mensen, stuiptrekkende bomen, bloedige zonnen of absurde sneeuw. Die lyriek van het landschap weerspiegelt het ontwortelde innerlijke zelf van de kunstenaar, is zijn diep verknocht zelfportret. De Vlaminck deinst niet voor zijn verscheurde innerlijk terug en brengt het toneel van zijn gevecht met veel gevoel onverschrokken aan de oppervlakte.

 

Slot: lyriek van het landschap 

Het expressionisme als bijzondere kunstvorm ontstond toen stijl en techniek door de werking van tragiek in de figuratieve schilderkunst samenvloeiden om aan het onderwerp een extra ‘literaire’ of ‘zingevende’ betekenis toe te voegen. De menselijke figuur was vanouds het middelpunt van de klassieke schilderkunst. Ook de tekenkunst was daaraan onderschikt. Maar het expressionisme (van bijvoorbeeld ‘Die Brücke’) en het fauvisme onderkende nog niet dat er ook een ‘lyriek van het zuivere landschap’ kan bestaan. De confrontatie met ‘een landschap’ dat bol staat van leegte, angst en vervreemding. Een toneel zonder horizon, waarin de hel van het ‘Niets’ gewelddadig heerst en door schoonheid allesomvattend aan het woord is. Deze wonderlijke lyriek waarin de natuur van mensen en dingen in eenzaam, diep tragisch landschappelijk licht worden afgebeeld, is terug te zien in de laatste fase van De Vlaminck. Mensen en dingen gewelddadig blootgesteld aan, en weerloos door, elkaar. Eenzaamheid alom dus, mensen gevangen en ingesloten door verwilderde, versplinterde, eveneens aan elkaar vreemde, dingen.

De moedige conceptuele en visuele kracht van deze latere werken reikt door de vitaliteit van zijn thema boven zijn fauvistisch werk uit. De breuk en ingenieuze continuïteit met zijn eerder werk maakt hem tot een groot meester.