Boereninterieur met trap

Beschrijving

In dit werk in klein formaat breekt het licht de ruiten van het venster. De harde witte, robuuste penseelstreken breken, vol van geluk, het vensterglas. Licht van het leven dat direct boven de baby in de wieg baan breekt. In het vensterraam schildert Thyssen prominent vier kruizen, die hij direct bij het brekende glas omgeeft met hemels blauw en geel. Dat licht baant zich verder een weg, over het wiegje en de baby heen, door een betoverend eenvoudige ruimte. Het verplettert en verwijst de rechterkant van de kamer naar de duisternis.

De vrouwenfiguur staat op het punt de ladder of trap van het leven te beklimmen. Net als de baby geleid door het licht op weg naar boven. De baby volgt met haar gekanteld gezichtje de moeder op de trap. Intrigerend zijn de twee rieten manden op dit schilderij. De vrouw draagt er een op haar weg naar boven, haar baby rust er nog in. De konijntjes onder een getimmerde bank spelen de rol van het luisterend oor.

Zie ook het schitterende contrast en de samenspraak tussen het witte, baanbrekende licht en de diepe warme, doorleefde bruin, geel en rode kleuren. Kleuren, zoals alleen Thijssen ze kan maken.

Carolus Johannes Thijsen (Rotterdam 1867 – Den Dolder 1917) was kunstenaar van beroep. Hij volgde zijn opleiding bij de Academie van Beeldende Kunsten te Rotterdam hoewel hij ook in Parijs en München gestudeerd heeft. Ook was hij docent van o.a. Georges Hogerwaard. Zijn onderwerpen waren veelal genrestukken, figuurstudies, portretten en historische onderwerpen. Qua tijdvak, benadering en onderwerpen staat hij dicht bij Van Gogh. Dat geldt met name voor zijn sociaal bewogen ‘Brabantse’ werken die hij in Heeze geschilderd heeft. Daarin schildert hij de grootsheid van de armoede van de boeren. Hij verbleef langere tijd in Heeze en trad er ook in het huwelijk.