Moeder van de schilder met rode omslagdoek
Prijs: Op aanvraag |
Schilder: Peter Martinus (Marinus) Dillen |
Afmetingen: 82 x 70, inclusief lijst, werk is in goede staat |
Signatuur: rechtsboven, met 1916 |
Techniek: Olieverf op doek |
Beschrijving
Bij de Brabantse expressionisten zien we vaak ingekeerde, in stilte verzonken, landschappen. Peter Martinus (Marinus) Dillen blinkt uit in de portretkunst. Bij hem zien we -in diezelfde geest- in gedachten of gebed verzonken mensen. In dit werk een vrouw in wiens gelaat, handen en gebedshouding de hemel is ingedaald. Als de mens naar het beeld van God is geschapen, dan spreekt dit kunstwerk dat wonder uit.
We zien de moeder van de kunstenaar, die hem zo lief was en die hij daarom vaak geportretteerd heeft. Daar is het wonder van haar gezicht, waarvan gevoelige lijnen en majestueus volume door een spel van licht en donker het ideaal van gelatenheid en deemoed zo goed als benaderen. Dan haar heilige handen. De één, met wijd gespreide vingers gedrukt op het hart, is de expressie van de verscheurdheid. De andere straalt de ingehouden kracht van vasthoudende verdraagzaamheid uit. Ten slotte de omslagdoek in warm rood, de kleur van de liefde. Die zet deze boerenvrouw in vuur en vlam. Dit omslagdoek is het brandende omhulsel van de hemelse liefde.
Extra foto’s in productgalerij
(1) Dillen, P.M., biddende moeder 56 x 57 conté en rood krijt; (2) Dillen P.M., studies van moeder, conté; (3) Marinus Dillen met vrouw en schoonouders voor woonwagen, de eerste auto in Helmond, 1930, kort na vertrek naar Duitsland.
Biografie
Marinus Dillen, zoals Peter Martinus werd genoemd, was een Brabantse tekenaar, schilder en graficus. Hij werd geboren in Mierlo. Als boerenzoon was het niet meer dan gebruikelijk dat hij op de boerderij ging werken, maar daarnaast volgde hij tekenlessen aan de Helmondse tekenschool. In 1906 werd hij door Pieter Fentener van Vlissingen gevraagd om op zijn katoendrukkerij (het latere Vlisco) te komen werken. Omdat Dillen af en toe kleine figuratieve schilderijtjes meenam naar de tekenkamer om aan zijn collega’s te laten zien, bleef ook zijn schilderstalent niet onopgemerkt. Zijn baas stimuleerde hem met schilderen door te gaan en soms zelfs onder werktijd!
Al spoedig kwam Dillen in contact met prominente figuren uit de Amsterdamse kunstwereld. De beroemde kunsthandel E.J. van Wisselingh, destijds onder leiding van P.C. Eilers, besloot in 1914 om zelfs een heuse solotentoonstelling aan het werk van de jonge Brabantse kunstenaar te wijden. Antoon der Kinderen, directeur van de Rijksacademie te Amsterdam, stelde hem voor om toelating aan de Academie te doen om zich verder in de schilderkunst te bekwamen. Daar kwam hij in 1916 in de klas van professor Nicolaas van der Waay en wijdde hij zich vervolgens aan de verplichte academische onderwerpen. Ook dat ging hem zo goed af dat Dillen al in zijn eerste jaar werd beloond met de Cohen Gosschalk prijs voor de meest veelbelovende schilder. Aan de prijs was een geldbedrag verbonden van 100 gulden, een destijds enorm bedrag.
Na zijn studie in 1920 keerde hij terug naar Mierlo. Hij was goed bevriend met de schilder Jan Heesters en daarnaast had hij contact met Marinus Bies. Ook was hij bevriend met Jan Kruysen. Met andere kunstenaars had Dillen niet veel contact. Terug in het Brabantse land wijdde hij zich opnieuw aan het landschap en teken van portret en figuurstukken in een ontluikende expressionistische stijl. Hiervoor was na de dood van Vincent van Gogh in 1890 overigens meer belangstelling gekomen. Zijn werken verkochten goed en hij kon er prima van leven. Maar Dillen leefde sober en had niet veel nodig. In 1922 ruilde hij twee schilderijen voor een auto. Dat was de eerste personenauto die er in Helmond heeft gereden. Hij heeft die auto omgebouwd tot woonwagen en in de volgende jaren heeft hij daarmee door Nederland, België en Frankrijk gereisd.
In 1933 trad hij in het huwelijk met de Duitse Marianne Rolffs, dochter van architect Julius Rolffs die Dillen bij de drukkerij van Fentener van Vlissingen had leren kennen. En een drietal jaren later vestigde het echtpaar zich permanent in het Duitse Rosenheim. Het atelier in zijn geboortedorp Mierlo heeft Dillen altijd omwille van het werk aan zijn kunst behouden. De Tweede Wereldoorlog bracht hij op het relatief rustige Brabantse platteland door. In 1948 ging hij weer naar Duitsland terug. Daar had hij inmiddels ook naam als kunstenaar had gemaakt. In 1953 werd in Rosenberg een grote tentoonstelling van zijn werk gehouden.
Ter gelegenheid van de 90e verjaardag van de schilder, werd in augustus 1980 nog een grote overzichtstentoonstelling georganiseerd door het Gemeentemuseum Helmond en de Städtische Galerie Rosenheim samen.
.