Feestende zwervers op het strand
Prijs: Op aanvraag |
Schilder: Antoon Kruysen |
Afmetingen: 45 x 55 cm |
Signatuur: Links onder, gedateerd 1927 |
Techniek: Olieverf of doek, goede staat |
Nadere informatie: Tentoongesteld op meerdere exposities.
Beschrijving
Dit werk markeert de verbeeldingskracht en originaliteit van Antoon Kruysen. Het laat zijn verhalende macht zien over kleur, vorm en compositie. Landlopers, dronkaards en andere outcasts zijn een geliefd thema in zijn werk. Die liefde bekroont hij in dit werk. Hij bouwt voor hen een feest aan zee. Maar pas op voor de krachten van schijn en werkelijkheid. Kruysen daagt de kijker uit door kleur en vorm. Daarbovenuit tast hij naar een groter goed.
Kleur
Eerst verheft Kruysen grijs tot feestelijke kleur. Dat is opmerkelijk. Immers grijs staat te boek als kleurloos, saai, oud. Niet bij Kruysen. Het is zijn lievelingskleur. Hij doopt zijn grijs zó sprankelend om, dat alle andere kleuren meer dan uit zichzelf, ‘uit de verf komen’. En niet op een deel van dit schilderij. Kruysen dompelt het hele doek onder in grijs. Kruysen sluit geen compromis. Hij herschept hemel en aarde. Bundelt zijn krachten in creatief grijs voor het grotere geluk van zijn zwervers. Zee en land bieden voor hen immers geen uitkomst. De zee is in dit werk een klein zwart lint. Hetzelfde geldt voor het land. Ook dat speelt geen rol op dit doek. Zo is het wonder voor de zwervers geschiedt. Meer is niet nodig. En zie, Kruysen stelt zijn artistiek idee op de proef, en het werkt. Uitbundige en kleurrijke zwervers zorgen voor een coloristisch werk als ze op een stevig grijs fond hun eigen podium krijgen, en zee en land uit het zicht verdwijnen.
Boeiend wordt dan het beeld van de zonderlinge solidariteit binnen de kring van bonte zwervers met de tafel waaromheen ze verenigd zijn. De zwervers en de tafel zijn samen uit het lood geslagen. De accordeonist is een grote leden pop. De ober aan de linkerkant slaat steil achterover. De man ertegenover staat juist fors naar binnen gekeerd. Hij hoopt stil op wat komt uit de verte. Dan nog de vaderfiguur, breed zittend op zijn knalrode stoel. Die kan zijn geluk niet op met het verloren gewaande kind.
Vorm
Kruysen’s creatief domein is niet alleen kleur, maar ook vorm. Hij maakt het strand pasklaar, precies op maat voor de outcasts en landlopers. En zie, het is één groot, grijs afgebakend, naar voren gekanteld vlak. Kruysen ontneemt het strand haar verte, maakt het kort en schuin, en brengt het frontaal naar voren. Zijn credo is: maak ruimte voor het feest om wille van het groter geluk van de fauvistische zwervers. Een sensationele vondst omdat het strand vanuit de traditionele benadering een verte perspectief heeft. Kruysen doorbreekt die invalshoek. Hij ontheemd het strand. Hij kan geen immers groots en ruimtelijk opgezette zeegezicht gebruiken. Het eenmalig geluk van de zwervers staat dat niet toe. Alle focus moet uitgaan naar hun gemeenschappelijk hier en nu. Naar het feest van hun aards en tijdelijk lichaam.
Zo naderen we door kleur en vorm de ontknoping van dit wonderlijke schilderij.
De verlossende ontmaskering
Kruysen bedekt de gezichten van zijn zwervers met maskers. Dat is geen ironie, spel, of truc. De zwervers, zo uitbundig en kleurrijk tentoongesteld, spelen met elkaar geen feestelijk spel, geen gemaskerd bal. De fles is niet zaligmakend, het kind niet verloren, de muziek nooit uitgeklonken, de blik nimmer vervaagd of vergeten door de verte. Nee, Kruysen dwingt ons -nota bene via het beeld van de gemaskerde outcasts- om ons eigen, door en door versleten, masker te laten vallen. Brengt ons dus, met behulp van zijn schilderij als spiegel, tot dieper begrip van zin en onzin van menselijkheid en onmenselijkheid. Het gemaskerd feest van de zwervers, voor het gewone oog een buitenissig strandtoneel, is dus iets heel anders, en wonderlijk verrassend. Het is het bevrijdingsfeest van de verlossing, de grote ontmaskering, die op elk moment in ieders leven te gebeuren staat. Alleen daardoor vallen vorm en kleur niet alleen binnen, maar door hun gelukzalig narratief, ook buiten dit schilderwerk op hun plaats.
Zie ten slotte de fascinerende zeilboten in de haven. Net binnen voor aankomst, of juist gereed voor vertrek. De zeilboten, gehuld in diepgrijs, even zwervend als de outcasts zelf, reiken macaber uit boven het strandtoneel. Op het hoogtepunt van het feest gaan het grijze strand, de harten van de zwervers en zij die hen aanschouwen, wonderlijk open. Maken ze ruim baan voor hemels wit of vergaan voorgoed in diepe, heilloze duisternis.