Boerderij interieur met boerin en kinderen

Beschrijving

Dit kleine paneeltje (16×21) is vermoedelijk in Heeze gemaakt. Het decor lijkt sterk op een ander werk, elders in de collectie. De boerin en haar kinderen dragen in dit kunstwerk twee gewaden. Een armoedig werelds gewaad en een hemels gewaad. Het interieurkunstwerk is het tijdelijk medium dat beider bestemming versmelt. Tot in de details van compositie, kleur, vorm, stemming en gebruiksvoorwerpen is dit het indringende thema. Thijsen belicht dat contrast tussen aardse materie en heiligheid scherp, ongenadig. En als de bijzondere kunstenaar die hij is, doet hij dat tegelijkertijd groots, met zijn eigen, warme kleuren en contrasten.

De armoede

De armoede op dit paneel is ondraaglijk, hemeltergend. De naam ‘interieur’ is een hyperbool. De ruimte, waarin de boerin en haar kinderen verblijven, is eerder een verlatenheid, een onbewoonbaarheid. Een ketel, een paar stoelen, een trap, meer niet. Het pleister van de muren is ruw, afgebladerd. De muuropeningen zijn zwartgeblakerd en even beangstigend als de helse haard dat is. Zoveel is duidelijk, de arme boeren leven in beklemmende armoede. Die staart hen aan, achtervolgt hen.

De rijkdom

En toch is in het centrum van interieur het van bovenaf schijnende licht de eigenlijke levensbron. Door alle poverheid heen stralen de boerin en haar kinderen in hun liefdevolle, zachte schoonheid. Pas op, Thijsen, voltrekt als kunstenaar dat wonder niet. Even nederig als het boerengezin ondergaat hij het. Niet anders dus, en even subtiel, zoals de boerin haar breiwerk aan haar eigen kind toont en uitlegt.

Zie dat tedere kind aan de rechterzijde van het paneel. De moeder schenkt haar liefdevolle aandacht en zorg. Zij gaat daarin op. Ze heeft haar stoeltje naar haar moeder toe gekanteld. Het licht op de contouren van haar gelaat schittert als een fakkel in de duisternis van het interieur. Het tweede kind, dicht bij de haard, is al even mystiek. De rood oranje gloed van haar vest is oogstrelend. Ook zij is het zinnebeeld van aandacht, maar dan van liefdevolle bezonkenheid. Het beeld van de mens in het kind. Niet van arbeidende, maar juist van naar binnen gekeerde beschouwing.

Biografie 

Carolus Johannes Thijsen (Rotterdam 1867 – Den Dolder 1917) was kunstenaar van beroep. Hij volgde zijn opleiding bij de Academie van Beeldende Kunsten te Rotterdam hoewel hij ook in Parijs en München gestudeerd heeft. Ook was hij docent van o.a. Georges Hogerwaard. Zijn onderwerpen waren veelal genrestukken, figuurstudies, portretten en historische onderwerpen. Qua tijdvak, benadering en onderwerpen staat hij dicht bij Van Gogh. Dat geldt met name voor zijn sociaal bewogen ‘Brabantse’ werken die hij in Heeze geschilderd heeft. Daarin schildert hij de grootsheid van de armoede van de boeren. Hij verbleef langere tijd in Heeze en trad er ook in het huwelijk.