Vlaams kerkje

Prijs: Verkocht
Schilder: Henriëtte Pessers
Afmetingen: 61 x 53, inclusief lijst, in goede staat
Signatuur: linksonder, gedateerd 1938
Techniek: Olieverf op board

 

Beschrijving

In sober wit gehuld Vlaams kerkje, geplaatst in een licht glooiende omgeving. Een compositie met grote vlakken, die we ook kennen van haar stillevens. Lichtgevende vlakken die in stilte lijken te getuigen van een diepere, mystieke, religieuze betekenis, die zich daarachter schuil houdt. Henriëtte Pessers zet die benadering in haar vroege werk consequent door in de landschappen en dorpsgezichten uit die tijd, en maakt het zo tot stijlkenmerk van haar authentieke expressionisme.
In die benadering vormen de robuuste vlakken een fraaie tegenstelling en eenheid met een verfijnd, magisch spiritualisme. Het onderwerp, een ingetogen, ommuurd kerkje, benadrukt die sfeer nog verder. In dit werk zien we grote witte, frontaal gelegen, lichtgevende blokken. Henriette Pessers zie die blokken in een hoek af tegen een schuin omhooglopende ommuring. Die opgaande lijn en vorm versterkt door haar kleur en vorm verder de spirituele, lichtgevende, betekenis van de robuuste romp en toren van het kerkje.
De grote, spectaculaire vlakken, hun geblokte verdeling, de subtiele lijnvoering, maar zeker ook de groene en zacht oranje-bruine kleuren maken de verfijnde geestelijke atmosfeer van dit werk tot een verrukkelijk schouwspel.

 

Biografie 

Henriëtte Pessers (1899 – 1986) was de dochter van een bemiddelde textielfabrikant. Zij behoefde voor haar levensonderhoud niet te schilderen en te exposeren. Haar opleiding volgde zij aan de R.K.-Ieergangen in Tilburg bij de schilder Albert Verschuuren, een leerling van P.J.H. Cuijpers en Antoon Derkinderen. Bij hem leerde ze de eerste beginselen van het vak. Na Tilburg werkte zij korte tijd bij de uit Antwerpen afkomstige schilder Gerard Jacobs in Vlissingen, bij wie zij zich oefende in landschappen en zeegezichten, in een heldere, post-impressionistische trant. Op 25-jarige leeftijd trok Henriëtte Pessers naar Brussel. Toen ongebruikelijk voor een jonge vrouw. Zij zou er tot 1939 blijven. Ze kreeg, op grond van getoond werk, toegang tot de kunstacademie.

Na haar academietijd werkte zij veel in haar atelier. Haar eerste atelier bevond zich in de Brusselse binnenstad en was sober, zoals ook haar schilderijen. Later vond zij een ruimere en lichtere behuizing aan de rand van de stad in Schaarbeek. Naar eigen zeggen, is de sfeer van beide ruimten sterk bepalend geweest voor het karakter van de schilderijen die er ontstonden. In Brussel onderging zij de invloed van het Vlaams Expressionisme en de school van Sint Martens Latem. Hier speelden kunstenaars als Constant Permeke, Valerius de Sadeleer, Gustave de Smet etc. voor haar een belangrijke rol.

In 1939 keerde zij terug naar Nederland, trouwde en vestigde zich in Heeze. Daar zette ze haar artistieke loopbaan verder.

Delen: