Dorp en kerk van Sprang Capelle in de zomer
| Prijs: Verkocht |
| Schilder: Cornelus de Kort |
| Afmetingen: 75 x 58, inclusief lijst. Werk is in goede staat. |
| Signatuur: linksonder, |
| Techniek: Olieverf op doek |
Beschrijving
Het zomers deel van het tweeluik van Sprang met kerk en het dorp. De Kort snijdt in dit werk het grote thema aan van het hemelse licht en het schemerduister van de wereld. In dit drama speelt de Grote kerk van Sprang de rol van bemiddelaar. Hoe werkt de Kort dit thema met artistieke middelen uit?
Hemel en wereld zijn in dit werk zichtbaar van elkaar gescheiden. Boven de piek van de kerk zien we over de hele breedte van het doek een scheiding. Een hemels verlicht deel en daaronder -ter hoogte van de voet van de torenpiek- een bewolkt half duister deel.
De zon verschuilt zich achter de torenpiek. We zien haar als een brandende fel gele en oranje toets. Zij is het hart van dit schilderij. Hierdoor worden de kerktoren, de hemel en het dorp groots belicht. En vandaaruit is het zicht naar de hemel magistraal. Juist op dit punt, vlak naast de kerktoren, opent de hemel haar poort. We zien door teder licht een oneindige hemelse verte.
De kerk markeert in dit fraaie werk dus de grens tussen licht en duister. De Grote kerk, met haar robuust getrapte schip vormt een kolossaal buffer. De contrastwerking tussen hemel en aarde, het goddelijk spel tussen licht en duisternis, is dus de magistrale sleutel tot dit werk.
De Kort zet de kijker naar dit spektakelstuk met de voeten op de grond. De mens is als het dorp, de bomen en het graan aan de voorzijde van dit doek. En toch, zij deinzen niet terug, maar blikken omhoog. Houvast geeft de kerk die de mens krachtig, maar ingetogen hoedt. Zie aan de voorzijde van dit schilderij het antwoord van het glorieuze, van licht tintelende graan. Halmen, opgericht en samengebonden in schoven, tintelen van goudgele schoonheid.
Biografie
Cornelis de Kort werd in 1910 in Hoboken (België) geboren. Het gezin De Kort vluchtte in 1914 vanwege de Eerste Wereldoorlog naar Nederland en kwam in een vluchtelingenkamp in Uden terecht. Via allerlei omwegen kwam hij in Gilze terecht en verhuisde vervolgens naar Rijen. Hij ontwikkelde zich tot een bekwaam en vooral impressionistisch schilder. Zijn eerste expositie als kunstenaar had hij al op zeventienjarige leeftijd in 1927 in Tilburg. Hij ontwikkelde een bijzondere vaardigheid in het portretteren van personen. Zo maakte hij in opdracht vele schilderijen, onder andere van Koningin Juliana en Koningin Beatrix.