Stilleven met anjers en viooltjes

Prijs: Op aanvraag
Schilder: Joseph Gindra
Afmetingen: 52  x 43 cm, met lijst, in goede staat
Signatuur: rechtsonder
Techniek: Olieverf op doek


 

Beschrijving

Psalm 103, 15 e.v. Want de mens …. als gras zijn zijn dagen, Hij bloeit als de bloem op het veld; Gaat de wind erover …. Verdwenen..

De lijst sluit de ruimte voor dit kunstwerk hermetisch af. Het stilleven is de grootste kunst van die ‘fictieve’, ‘kunstmatige’ wereld. Het is een in stilte geconcentreerde tijd en ruimte op zich. Een eigen, ‘abstracte’ -wellicht zelfs hogere- werkelijkheid, speciaal voor beminde dingen. Dat is goed. Hoe klein en kwetsbaar onze wereld ook is -de beminde anjers, violen, hun knoppen en blad, de tafel en het kleed- in het schilderij blijven ze voorgoed behouden en bewaard. Afgesloten, in die schone staat van onschendbaarheid, zorgen de bloemen krachtig voor zichzelf. Mogelijk is dat ‘het geheim’ van het schilderij, haar verborgen oorsprong en oorspronkelijkheid.

Gindra’s werken staan meestal dicht bij het dagelijks leven. Zijn schilderijen bevatten vaak een daaraan ontleend narratief. Soms vertolken zijn doeken echter een ‘parabel’, in de brede zin van een zinnebeeldig verhaal, dat door gebruik van (indirect) betekenisvolle beelden een moreel religieus thema illustreert. Het stilleven leent zich daar -dankzij bovengenoemde kenmerken- zeker voor. In dit kunstwerk verbeeldt Gindra het religieuze thema van de bestemming van het menselijke bestaan als handelen in duisternis en licht; in tijdelijkheid en eeuwigheid, in gevangenschap en bevrijding.

Joseph Gindra verdeelt licht en schaduw subtiel over de linker en rechterzijde. Aan de onderkant is er de donkere tafel en het kleed, een zachte aardse bodem, waarop de vaas rust. Die evenwichtige en eenvoudige verdeling zorgt voor een rustige, ingehouden, gedempte stemming. De grootste zinnebeeldige kracht tussen licht en donker in dit stilleven schuilt in de contrastrijke bloemen zélf. Die betoverende bloemen, anjers én viooltjes, lichten aan hun uiteinden of randen fel op, bijna als fakkels. Alle bloemen fonkelende als sterren op hun donker fond. Gindra’s schildershanden zijn krachtig. Hij maakt alle voorwerpen door gebruik van dat hemels contrast los van hun contouren.

En dan de vaas zelf, het aards omhulsel, waarin de bloemen, hoe stralend ook, tijdelijk gevangen worden. Daarin opgesloten tussen tien forse anjers, één klein paars viooltje met een stralend witte rand en een klein steenrood hartje. Deze ene bloem, niet voor niets centraal in het midden, eist in deze zinnebeeldige wereld, geheel onverwacht de hoofdrol voor zich op. Mysterieus is die bloem, betekenisvol, en bijna voor het oog van de kijker verborgen. En hoezeer ook gevangen in de vaas, geperst en gewrongen tussen de anjers en door hen bijna over de rand naar beneden gedrukt, toch is het kleine viooltje het liefdevolle hart van dit werk.

Ten slotte nog de bloemen op het kleed. Viooltjes, die eerder uit de stenen vaas werden gedrukt, zijn nu verlost uit hun aardse beperking. Stralend door hun geheimzinnig paarse kleuren; hun tomeloze witte randen; en hun steenrode, liefdevol bloedende harten.

 

Biografie 

Jozef Gindra werd geboren in 1862 in Jemeppe sur Meuse, vlakbij Luik. Hij overleed in 1938 in Bladel. Hij was dus een tijdgenoot van Vincent van Gogh. Zijn opleiding begon hij in 1897 te Elsene. Kort daarna werd hij toegelaten aan de Academie van Brussel, onder leiding van Jean Portaels. Gindra was goed bevriend met kunstschilder Victor de Buck. Die had op doorreis tussen Antwerpen en Eindhoven het kleine plaatsje Bladel ontdekt, gelegen in de Brabantse Kempen vlak over de Nederlandse grens. De Buck ging erheen om te fotograferen. Gindra was zo geïntrigeerd door het schilderachtige plaatsje dat hij er in omstreeks 1890 met zijn gezin ging wonen. Daar schilderde hij voornamelijk het boerenleven, geïnspireerd door Vincent van Gogh. Verder maakte hij ook enkele fraaie bloemstillevens.

 

 

Delen: